Ze huppelde mij voorbij
zong voor haar kind het hoogste lied
dansend achter de kinderwagen
een moeder die geniet.
Ik voelde een steek van diep verlangen
en stille weemoed diep in mij
die mooie tijden van weleer
wat gingen ze toch snel voor bij.
Wist ze maar hoe vlug
alles voorbij zou gaan
zodat ze geen moment
verloren zou laten gaan.
Want voor ze het weet ontwaakt ze
uit een mooie droom
en wandelt ze met het kind
van haar dochter of haar zoon,
Wel wat ouder maar nog even blij
met dat warme knuistje in haar hand
en ik zing zachtjes een wiegelied
terug naar dromenland.
Tags: genieten, moeder, voorbij
This entry was posted
on dinsdag, februari 12th, 2013 at 07:56 and is filed under GEDICHTEN Cobi, Leven.
You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed.
Responses are currently closed, but you can trackback from your own site.
Ik zie dit zo voor me.
Een moeder die geniet van
haar kind, huppelend bij wijze van
spreken achter de kinderwagen,
en later als oma weer opnieuw.
Maar kinderloos zijn went ook al was
het weleens moeilijk.
Ja, daar moest ik ook aan denken toen ik dit gedicht schreef.
Dat vond ik wel moeilijk.